Melle mocht geen Jezus heten
Een aantal jaren geleden kon Koos Levy-van Halm een
(laatste) bezoek brengen aan het Amsterdamse atelier
van haar oom, de schilder Melle Oldeboerrigter, die zijn werk uitsluitend met zijn voornaam Melle signeerde. Het atelier, dat tot ver na zijn dood in tact bleef, stond op het punt ontmanteld te worden. De verfgeur was nog vaag aanwezig en ze vond er een goed gevuld archief met kritische beschouwingen, recensies en interviews. Na lezing ging ze op zoek naar het verschil tussen de verbeelde realiteit en de werkelijkheid van Melles leven en dat van zijn ouders, haar grootouders. Die zoektocht heeft geleid tot het ontstaan van dit boek over Melle en zijn werk. |
Melle mocht geen Jezus heten Uitgeverij Tienstuks |
Koos Levy-van Halm studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Ze studeerde af in de Nieuwere Tijd (1500-1850) en specialiseerde zich in de technische aspecten van de schilderkunst. Ze werkte meer dan 25 jaar in het Frans Halsmuseum. Een aantal jaren geleden kon zij een (laatste) bezoek brengen aan het Amsterdamse atelier van haar oom, de schilder Melle Oldeboerrigter, die zijn werk uitsluitend met zijn voornaam Melle signeerde. Het atelier, dat tot ver na zijn dood in tact bleef, stond op het punt ontmanteld te worden. De verfgeur was nog vaag aanwezig en ze vond er een goed gevuld archief met kritische beschouwingen, recensies en interviews. Na lezing ging ze op zoek naar het verschil tussen de verbeelde realiteit en de werkelijkheid van Melles leven en dat van zijn ouders, haar grootouders. Die zoektocht heeft geleid tot het ontstaan van dit boek over Melle en zijn werk. |
Flaptekst Melle kreeg van zijn socialistische vader de opdracht te strijden voor een rechtvaardige samenleving. Hij twijfelde al jong aan de verwezenlijking van dat ideaal, gezien de menselijke aard. Toch was hij een tijd lang als politiek tekenaar actief. Maar in de meeste van zijn voorstellingen heeft de natuur het laatste woord: de voortplantingsdrift en de dood gaan hand in hand. De menselijke en dierlijke gedrochten die zijn subtiel geschilderde landschappen bevolken, bezorgden hem de bijnaam van 'Amsterdamse Jeroen Bosch'. Over zijn voorstellingen was Melle weinig spraakzaam. Critici zochten de verklaring voor zijn bizarre voorstellingen in zijn jeugd als kind van niet-alledaagse Friese ouders. Zijn vader had hem Jezus willen noemen, maar daar stak zijn moeder een stokje voor. Opvallend is dat op enkele schilderijen een hoofd voorkomt getooid met de trekken van de kunstenaar en een doornenkroon. In zijn werk zijn veel meer verwijzingen naar zijn leven en familie te vinden, zoals uit dit caleidoscopische verhaal blijkt. |